OtherPapers.com - Other Term Papers and Free Essays
Search

Cyberterrorism (dutch)

Essay by   •  March 5, 2011  •  Research Paper  •  1,505 Words (7 Pages)  •  1,577 Views

Essay Preview: Cyberterrorism (dutch)

Report this essay
Page 1 of 7

1. Inleiding

In 1969 ontwikkelde de Advanced Research Projects Agency (ARPA) de eerste versie van het internet

(Castells, 2001). Met de populariteitstoename van dit medium ontstaan ook nieuwe vormen van

criminaliteit. Denk hierbij aan misbruik van de persoonlijke gegevens (identiteitsfraude), verspreiding

en stimulering van kinderporno en het platleggen van netwerken (Rijksoverheid, 2010a). Het

belangrijkste motief van internetcriminelen is in de meeste gevallen financieel. Het gebruiksgemak van

het internet, de snelle informatieverspreiding en de geringe pakkans door de grote mate van

anonimiteit hebben er ondertussen voor gezorgd dat de hoeveelheid geld die erin omgaat de

drugscriminaliteit heeft ingehaald (Belgers, 2010).

Er is een vorm van internetcriminaliteit waar geld niet het voornaamste motief is: Cyberterrorisme.

Een cyberterrorist is een terrorist die computers en het internet gebruikt om terroristische doeleinden te

bereiken. Internetterrorisme wordt door FBI Deputy Assistant Director Keith Lourdeau gedefinieerd

als: "A criminal act perpetrated by the use of computers and telecommunications capabilities,

resulting in violence, destruction and/or disruption of services, where the intended purpose is to create

fear by causing confusion and uncertainty within a given population, with the goal of influencing a

government or population to conform to a particular political of ideological agenda" (geciteerd in

Muller et al, 2008:152). Dit maakt dat alle kritieke systemen die via netwerken of internet bestuurd of

gecontroleerd worden kwetsbaar zijn deze high-tech vorm van terrorisme.

Op dit moment is er geen eenduidige beeld te vormen over de grootte en aanwezigheid van een

dreiging voor een terroristische aanslag via het internet. De meningen van experts en de resultaten van

diverse onderzoeken lopen ver uiteen. Zo luidt de conclusie van een rapport van de Nationaal

2

Coördinator Terrorisme Bestrijding (NCTb) dat de dreigingen op dit moment gering zijn, en aanvallen

onwaarschijnlijk (Akerboom, 2010). Akerboom stelt in het rapport het volgende: "Jihadisten en hun

supporters zijn tot nu toe niet verder gekomen dan (het aanzetten tot) eenvoudige cyberaanvallen zoals

bekladding van websites (defacements). Intenties voor meer gevorderde of complexe cyberaanvallen

zijn grotendeels afwezig en hun capaciteiten lijken beperkt." (Akerboom, 2010: 9) Maar deze mening

wordt niet overal gedeeld. "Cyberterrorisme kan net zulke grote gevolgen hebben als de terroristische

aanslagen van 9/11", aldus de Amerikaanse minister van Binnenlandse Veiligheid Michael Chertoff

(Wierenga, 2008). Ook de media houdt zich veel bezig cyberterrorisme en het wel of niet aanwezig

zijn van een dreiging. De Prague Post opened in oktober 2010 een van zijn artikels met: "Cyber

terrorism and politically motivated computer crime are a big concern for the real world"(Anderson,

2010). Een maand later komt De Telegraaf met: "Angst voor terreurvirus" (De Telegraaf, 2010). In

het stuk wordt gesproken over een gevaarlijk computervirus dat de mogelijkheid heeft om

besturingssystemen uit te schakelen, het Stuxnet virus. Het blijkt dus dat er alles behalve

overeenstemming is over het al dan niet bestaan van een reële dreiging voor een terroristische

cyberaanslag.

Doel- en vraagstelling

Op dit moment is volgens de NCTb (2010) het dreigingsniveau van een terroristische aanslag

'beperkt'. Hierin wordt vooralsnog geen onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van

terrorisme, zoals cyberterrorisme. Daarom wordt er in dit paper antwoord gegeven op de vraag: 'Hoe

verhoudt het algemeen geldend dreigingsniveau van een terroristische aanslag zich tot de dreiging van

een cyberterroristische aanslag en in welke aspecten liggen de (mogelijke) verschillen? Hiervoor

worden de methodes van overheidsinstellingen als de NCTb en AIVD (Algemene Inlichtingen- en

Veiligheidsdienst) uitgelicht om te bepalen wat hen brengt tot hun conclusies met betrekking tot het

huidige dreigingsniveau voor een cyberterroristische aanslag.

Om een compleet antwoord te kunnen geven op de vraag zoals hierboven is beschreven, wordt

er gewerkt aan de hand van een aantal deelvragen:

- Hoe kan het internet gebruikt worden bij een terroristische aanslag?

- Hoe komen overheidsinstellingen tot hun conclusies met betrekking het actuele

dreigingsniveau van een terroristische aanslag?

- Waarom zal een terrorist wel of niet kiezen voor cyberaanslag in plaats van een traditionele

aanslag?

2. Hoe kan het internet gebruikt worden bij een terroristische aanslag?

Het internet is niet meer weg te denken uit de moderne samenleving. Ook terroristen maken al

veelvuldig gebruik van het internet als hulp bij het rekruteren en trainen van hun aanhangers en het

3

financieren van hun activiteiten (Weimann, 2004).

...

...

Download as:   txt (10.9 Kb)   pdf (129.1 Kb)   docx (14.3 Kb)  
Continue for 6 more pages »
Only available on OtherPapers.com