Debussy String Quartet
Essay by people • May 5, 2012 • Term Paper • 832 Words (4 Pages) • 1,427 Views
Debussy String quartet in g-minor op. 10
Het stuk staat in sonatevorm.
Expositie:
Mt 1-12:
Het eerste thema duurt 12 maten staat in G-mineur en heeft een opbouw van 4+8 maten. In de eerste 4 maten hebben de stemmen ritmisch bijna dezelfde partij, in de derde en vierde maat heeft de cello een lange noot g als bevestiging van de toonsoort g-mineur. In maat 5 zetten ze allevier opnieuw het eerste thema in. Vanaf maat 6 heeft de eerste viool nog de trioolbeweging uit het eerste thema en door de diminuendo die hij schrijft merk je dat hij het eerste gedeelte afsluit.
Mt 13-25:
Vanaf hier begint meteen de overgangszin. De viool en cello wisselen elkaar af met het hoofdthema, de overige stemmen creƫren een stromende sfeer met de doorlopende zestiende eerst in mineur en later, vanaf de tweede helft maat 22 ook in chromatische lijnen.
Mt. 26-38:
Hier wordt het eerste thema ontwikkeld. De eerste viool zet in met dezelfde lijn als in het begin. De overige stemmen beginnen wel anders, en ook de dynamiek is piano in plaats van forte. Hierdoor krijgt het een transparanter karakter dan in het begin. Vanaf maat 32 is er een crescendo naar forte in maat 34 waardoor het weer even zijn grootse karakter van het begin terug krijgt.
Mt. 39-50:
Hier begint iets compleet nieuws, de eerste viool en altviool spelen de melodielijn in octaven. Hiernaast spelen de 2e viool en cello doorlopende triolen waardoor het een vloeiend karakter krijgt.
Mt. 51-60:
De eerste viool en altviool blijven de hoofdlijn spelen tot de fermate in maat 59. Van maat 55-58 is het opvallend dat hij steeds 2 akkoorden, namelijk B-groot en C septiem per tel afwisseld.
Mt. 61-62:
Hier speelt de cello de eerste 2 maten van het eerste thema in Fis-mineur. Dit als een soort van herinnering en geeft een donkere mysterieuze sfeer. Het dient ook als een inleiding naar het tweede thema.
Mt. 63-66:
Hier wordt het nieuwe, vrij korte, tweede thema gespeeld door de eerste viool.
Mt. 67-68:
Ook hier weer een kleine overgang net als in maat 61/62. De cello speelt hier weer een korte herinnering aan het eerste thema in g-mineur deze keer.
Mt. 69-74:
Hier komt het tweede thema terug maar deze keer in een andere toonsoort(C-maj)
Doorwerking:
Mt. 75-78:
Debussy ontwikkelt het eerste thema, de toonsoort is D-mineur en staat dus in een kwintrelatie met de expositie die in G-mineur staat. In het begin werd het alleen door de eerste viool gespeeld, nu ook met de tweede viool. Doordat allevier de strijkers dubbelgrepen spelen, en er fortissimo staat in plaats van forte zoals in het begin, geeft het een grootser geluid.
Mt. 79-87:
Als de eerste viool het thema in maat 79 nog eens herhaalt heeft de altviool een chromatische lijn omhoog, en de cello
...
...